
Intelligentie is grotendeels erfelijk bepaald. Of deze intelligentie effectief tot ontwikkeling komt is deels ook afhankelijk van de omgevingsfactoren. Toch kunnen we stellendat hoogbegaafdheid voor een heel groot deel erfelijk bepaald is.
In sommige gevallen kan het voorvallen dat ouders die niet hoogbegaafd zijn, hoogbegaafde kinderen krijgen. Toch is dit niet bij de meerderheid van de hoogbegaafde kinderen het geval. Meestal is er een duidelijke link naar (een van) de ouders.
Uit praktijkervaring blijkt dat heel wat ouders er via hun kinderen achter komen dat zij mogelijks ook hoogbegaafd zijn.
Deze erfelijkheidsfactor heeft er dus ook mee te maken dat er binnen een gezin vaak meerdere hoogbegaafde kinderen zijn. Dit vind ik zelf een heel waardevol punt om in het achterhoofd te houden als je meerdere kinderen hebt. En om vervolgens ook mee te nemen naar school en de leerkracht van de andere kinderen. Het hoogbegaafde kind bestaat immers niet. Het kan zijn dat het ene kind zich helemaal gaat afzetten tegen school omdat hij/zij zich verveelt. Deze kinderen zullen opvallen en hiervoor zal sneller gekeken worden naar wat de oorzaak van dit gedrag is. Daarnaast kan je een broer/zus hebben die zich helemaal sociaal wenselijk gedraagt waardoor men niet het idee heeft dat er iets aan de hand is. Toch kan het ook voor dit kind noodzakelijk zijn om extra uitbreiding aan te bieden.